Zo vlot als ik de titels bedacht voor de drie losse delen van mijn manuscript (de Belofte, de Angst en de Keuze), zo traag verliep de zoektocht naar de perfecte titel voor het hele verhaal. Anderhalf jaar lang verzon ik allerlei ideeën en verwierp ze vrijwel direct weer. Van de Belofte en Veerle tot Samen alleen en Leven zonder vrees. Niets was goed genoeg: te saai, niet stoer, niet catchy.
Tijdens het schrijven gebruikte ik, uit pure armoede, dan maar de ontoereikende proeftitels. Vertwijfeld vroeg ik me af wanneer ik eindelijk iets leuks zou bedenken én op welk moment ik zeker wist dat het goed zat. Een beetje zoals ik me, achttien jaar oud, afvroeg hoe ik ooit zeker kon weten dat een vriendje dé levenspartner was. Het antwoord, toen en nu, is even eenvoudig als weinig concreet: Dat voel je. Je weet, dit is hém. Weg is alle twijfel.
Brainstormen dus. Met een leeg A4tje en wat plakkertjes puzzelde ik met woordcombinaties en ideeën die al waren afgevallen. Ik zocht naar een metafoor op het thema Leven zonder vrees. En verrek, na wat gepruts vond ik die nog ook. Slapen zonder slangen. Dát is het. Sindsdien ben ik verliefd. Opnieuw achttien en in de wolken, type en schrijf ik trots de titel overal waar het nodig is. De titel voldoet aan alle eisen waarop eerdere pogingen strandden. En heel belangrijk, al had ik als schrijver natuurlijk wel enige invloed, Jitta zegt letterlijk ergens in het verhaal: ‘Ik wil kunnen slapen zonder slangen.’ Mijn titelwensen zijn vervult.
Een collega vroeg een paar maanden geleden aan mij: ‘Wat is eigenlijk de werktitel van je boek?’ En ik dacht alleen maar: ‘Werktitel? Wérktitel? Dit is de echte hoor, hallo!’ Ongetwijfeld heb ik, een tikkeltje defensief, ook zoiets geantwoord... Iemand anders dacht na het horen van de titel: ‘Leuk, een tropische thriller.' Euh, niet helemaal. Voordat iedereen net zo verliefd op de titel is als ik, heb ik duidelijk nog wat zendingswerk te verrichten.
Comments