In mijn hoofd is het de stem van Louis van Gaal die zegt dat je een vurig gewenst succes moet imagineren. Iedere lettergreep krijgt van hem een klemtoon: ímágínérén, er staat nog net geen uitroepteken achter. De meeste sporters imagineren dezer dagen ongetwijfeld een glorieuze gouden medaille. Mijn gedroomde succes gaat, uiteraard, over mijn boek.
Zo droom ik over de stapels Slapen zonder slangen die liggen bij boekhandel Broese in Utrecht of bij Van Piere in Eindhoven en die bovendien zo zijn uitverkocht. Over de banners die in de etalage staan van Scheltema in Amsterdam, de mooie boekenleggers die overal naast de kassa liggen en die iedereen wil hebben. Ik zie voor me hoe enthousiaste lezers tijdens drukbezochte signeersessies aan mij vertellen hoe mooi, ontroerend en grappig ze het verhaal vonden. Of hoeveel ze aan het boek hebben gehad bij hun eigen angsten. Ik stel me knusse middagen voor waarop ik, zittend in een luie stoel tussen de boeken, uit mijn boek voorlees voor een aandachtig publiek. Tot slot fantaseer ik over de paginagrote interviews die in dagbladen en tijdschriften worden gepubliceerd. Ik praat alleen op papier, op de televisie vind ik dat al imaginerend zelfs veel te spannend.
Nu maar hopen dat dromen geen bedrog zijn.
Commentaires