De eerste tegenlezers van Slapen zonder slangen wilden weten of het verhaal echt waar was. Mijn antwoord is dat de angst in het boek echt is. En van de rest: alleen ik weet welke scenes over echte herinneringen gaan en van welke ik alles heb verzonnen. Jitta en ik delen naast de angst voor slangen ook een onbestemde angst voor nieuwe dingen en plekken. Alles wat we voor de eerste keer doen is eng. Geen 'gezonde spanning' eng, maar een overweldigende 'ik durf dit niet' eng.
Ook dingen die ik vaker heb gedaan, blijven vaak mentaal ingewikkeld. Op vakantie overvalt mij soms uit het niets een hevig gevoel van ontheemd en onveilig zijn. Een gemis van thuis groter dan heimwee. Hoe mooi de natuur en pittoreskste dorpjes ook zijn, het liefst zie, ruik of proef ik op zo'n moment niks nieuws. Plots is alles te luidruchtig, te heet, te vies en te stoffig. Ik verlang naar een veilige plek, één als een donkere, diepe stilte, een nacht die overdag aanbreekt. Om zo de 'onbekende plek angst' te beteugelen.
Ik kan natuurlijk steeds terugkeren naar dezelfde bekende bestemmingen, maar daarvoor ben ik te nieuwsgierig naar de rest van de wereld. Ooit kreeg ik de tip om mijn angst-heimwee te bestrijden door iets vertrouwds van huis mee te nemen. En dus stop ik teveel spullen van thuis in mijn koffer(s): boeken die spelen in Utrecht of op een andere vertrouwde plek, lievelingsjurken, -schoenen en -parfum, een Feels like home playlist op Spotify, series uit het jaar nul op mijn tablet (lees hier welke daarvoor in aanmerking komen: https://www.saskiahabraken.nl/post/traag. Helaas na de uiterste houdbaarheidsdatum van mijn 'moed in den vreemde', meestal een dag of tien, helpt het allemaal bar weinig.
Wat wél hoop geeft is dat mijn angst, wanneer ik mezelf vaak genoeg blootstel aan iets engs, kan omslaan in fascinatie. Vroeger was ik panisch bang voor krokodillen en nu interesseren ze me mateloos. Uren kan ik ernaar kijken, zelfs als ze alleen maar een beetje luieren onder de (nep) zon.
Комментарии