Nu iedereen al zoveel heeft kunnen zien van mijn werkkamer kan ik net zo goed ook het laatste geheim onthullen. Net als van een groot bureau, waarop een heel leven past, droomde ik ook ooit van een echte leesstoel. Zo een waar je in kan wonen, leven en slapen. Het liefst had ik een oorfauteuil. Het woord alleen al: oorfauteuil. Alsof de stoel kan luisteren. Het is heerlijk om met mijn hoofd in de kromming te liggen. Oor op oor, zeg maar. De stoel biedt vanaf deze plek een perfect uitzicht op mijn twee boekenkasten. Boekenkastkijken vind ik heerlijk om te doen. Zien wat er allemaal nog voor leuks te lezen valt, of om te mijmeren over de mooie boeken die ik al gelezen heb. Ergens halverwege een boek dringt zich altijd de vraag op: ‘Wat wordt de volgende?’ Behalve lezen is er niets leuker -en frustrerender, soms zit er werkelijk níks tussen- dan een boek uitkiezen. En dat kan perfect vanaf deze plek.
’s Avonds brandt naast mij een kleine lamp, het licht schijnt alleen op de bladzijdes van mijn boek. Als ik lees wordt de rest van de kamer een beetje wazig, mijn ogen focussen alleen op wat er écht toe doet, de rest kan dus net zo goed donker zijn. Dat geldt ook voor mijzelf. Prima. Ik houd wel van een beetje schemeren. De poef en de deken staan er zodat ik lekker languit en warm ingestopt kan lezen. Ik heb het bijna altijd koud, dus alleen midden in de zomer, wanneer je de nauwelijks bedwingbare neiging hebt om overal in je bikini rond te lopen, leg ik de deken weg. Het bijzettafeltje heeft de vorm van een blad. Bladeren zijn mijn favoriet, ik wil alles wel in een blad- of bloemmotief. Kijk dan naar dat vloerkleed! Met een beetje psychologie van de koude grond, zoek je de verklaring van deze voorkeur in de bloemetjesgordijnen die lang geleden in mijn kinderkamer hingen. Op de tafel ligt nooit een nog-te-lezen-boekenstapel. Dat heb ik één keer weinig succesvol geprobeerd. Na ieder uitgelezen boek koos ik steevast een nieuw exemplaar uit dat niet op de stapel lag. De boeken die bleven liggen keken me wekenlang verwijtend aan en vroegen steeds luidruchtiger waarom ik niet een beetje doorlas. Spontaan bekroop mij de wens ze allemaal in een doos te kieperen naar de kringloop te brengen.
Comments