Een keer per jaar, meestal in december, gaan mijn moeder en ik een dag naar Amsterdam. Ieder jaar bezoeken we dezelfde vier boekenwinkels: De Slegte in de Vijzelstraat, Atheneum op het Spui, Antiquariaat Kok in de Oude Hoogstraat en Scheltema aan het Rokin. Geloof het of niet, daarmee vullen we inclusief de lunch gemakkelijk de hele dag.
Op deze feestdag mogen we extra veel boeken kopen. De kerstvakantie is in zicht en daarmee de belofte van meer leestijd. We steken elkaar in de boekhandel onbegrensd aan. ‘Neem ‘em nou. Vandaag is speciaal. Morgen heb je misschien spijt.’ En er is al weinig aanmoediging nodig om - een, twee, drie, een hele stapel, het winkelmandje mag vol - boeken te kopen.
In elke winkel kijken we bij de literatuur en speuren we naar pareltjes in de kasten met thrillers. 'Snel' werpen we een blik op de kinder- en YA boeken en lopen we nog ‘even’ langs de geschiedenis en levensbeschouwing. Daarna volgt, per winkel, het Grote Kiezen. Zelfs al mag je van jezelf bijna alles kopen, dan nog moet er gekozen worden. Al was het maar omdat we de zware tassen naar huis moeten sjouwen. Van sommige boeken weet ik meteen dat ik ze wil hebben. Bij andere wik en weeg ik langer, zet ze terug in de kast om ze even later toch af te rekenen.
We eindigen in een restaurant. De stapels boeken komen uit de tassen en gelukzalig strijk ik over een omslag. 'Precies de juiste boeken gekozen', zegt mijn moeder.
Comments