top of page
  • Foto van schrijverSaskia Habraken

Klein leed

Bijgewerkt op: 4 jul.

Bij de eerste septemberregen voel ik opluchting. Tegelijk met toenemende trek in rookthee en chocoladepepernoten nemen de muggen af. ‘s Zomers ben ik hun uitgesproken favoriet. Op een terrasje kun je rustig naast mij zitten, ik trek als een sappige, zoete vrucht alle stekende beesten aan en voorzie ze van een lekker maaltje. Muggen, wespen, dazen of horzels, you name it, ze prikken zo door de Autan heen. Waarschijnlijk hebben ze een Signal of Telegram chatgroep waarin ze mijn locatie continu met elkaar delen met een fotootje erbij van een stuk been of arm waar best nog een bultje bij kan.

De dikke bulten op mijn armen en benen zijn, stel ik me voor, een felverlicht neon reclamebord: ‘Hier moet je zijn voor het sappigste hapje, of twee (of drie)!’, inclusief een rode pijl die mijn richting op wijst.


In juli en augustus voel ik me dan ook meer een bingokaart waarvan zo’n beetje iedere mug probeert alle ledenmaten af te strepen. En na iedere bijt, als-'ie zich ergens in een donker hoekje nestelt, genoegzaam denkt: ‘Morgen alleen het hoofd nog, loop ik eindelijk voor op Barry van hiernaast.’


Ze delen vast ook in die chatgroep dat ik nooit op jacht ga. Rustig, bijna gelaten onderga ik het gedoe. Nutteloos om met een theedoek of krant achter een mug aan te rennen en toch steeds missen. Ze komen altijd terug, als een wetmatigheid – zoals er ook altijd een volgende bus komt als je de eerste hebt gemist.

43 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page